dinsdag 11 oktober 2022

BORDUREN

kunstwerk

Francis is mijn stijlicoon, mijn Iris Apfel om zo te zeggen. Ze is ver in haar dementie: als niemand haar eraan herinnert vergeet ze de tijd, hoe ze heet, dat ze gepensioneerd is, zelfs de maaltijden schieten erbij in. Het enige wat zo in haar systeem is blijven hangen is haar uiterlijke verschijning: lipstick, de haren in model, onberispelijke kledingstijl en haar grote gedateerde bril. Over de bril zei ik eens tegen haar: 'Als je maar lang genoeg wacht, wordt alles weer modern.' Francis vond dat een rare opmerking: 'Je moet je nooit aan een ander confirmeren. Als jij vindt dat het mooi staat, moet je het gewoon dragen.'

Wanneer ik Francis bezoek besteed ik extra aandacht aan mijn look. Bij binnenkomst monstert ze steevast mijn uitverkoren kleding en kapsel. Haar commentaar varieert van: helemaal mijn stijl, netjes (ze houdt van de preppy look), ik mis een ketting (oeps, in de haast vergeten), dat is mijn merk (Ik wil 'm). Francis houdt ook van felle kleuren. Op een zonnige herfstdag draag ik een gebroken-wit truitje op een crème pantalon met karamel pied de poules afgetopt met een gebreide beige poncho. Te midden van notenhouten meubilair zet ze de toon: 'Op zich een elegante combi (de pantalon zou iets voor mij zijn) maar het truitje is te saai zonder de poncho.'

Ze rommelt wat in de muurkast. Ze vraagt of ik de handwerkdoos voor haar wil pakken. Onder het deksel bevinden zich onaffe borduurwerkjes (van zakdoekjes tot schilderijtjes), haaknaalden en heel veel wol en garen. Ik bewonder de kruissteken, kettingsteken, festonsteken en wat al niet meer voor steken. 'U brengt me op een idee!' zeg ik, 'Het truitje leent zich voor rijgsteken.' Francis zoekt al kleuren in katoengaren uit. Het worden marine- en kobaltblauw. Haar vingers lenen zich niet meer voor borduren, maar aanwijzingen geven, de draden op lengte knippen en toekijken, geven haar het gevoel van wel. Het truitje komt die middag af. Als advies krijg ik bij het weggaan: 'Past goed bij een donkerblauwe kokerrok.' 

Bij mijn volgende bezoek heb ik de door haar geadviseerde outfit aan. Het is afwachten of ze het truitje herkent en of ze überhaupt nog weet dat we het samen gemaakt hebben. Ik verwacht van niet. Tot mijn verbazing slaat ze de handen voor haar gezicht: 'Je hebt het aan zoals ik gezegd heb. Het staat je enig. Mag ik het hebben?' Moi schalks: 'Hebben, hebben. Het is veel te mooi geworden om weg te geven. U mag het lenen.' Ze grinnikt en dan gedreven: 'Zullen we kijken of ik iets geschikts heb om te borduren?'

Een Saar snapt wat nodig is!