Wanneer pappi in goeden doen is, vindt hij zijn verblijf in het Zorghuis pure verwennerij. Op slechte dagen zit hij in zijn verbeelding opgesloten in een gesticht ('Moet ik mijn hele verdere leven hier spenderen?!') en wil hij naar huis. Op zoek naar kerstkaarten kwam ik bovenstaande kaartenbox tegen. De op een kier staande poort vond ik erg toepasselijk en hoopgevend: ontsnappen is mogelijk (net als gedetineerden met levenslang de illusie nodig hebben op uitbreken om het leven in de gevangenis vol te houden). Ik toonde Q. de kaart en verwachtte dat hij mijn plagerijtje begreep. Hij pakte de kaart vast, keek ernaar, keek grijnzend naar mij als ware hij Toon Hermans in eigen persoon en zei droog: 'Ben je nou al bezig met mijn rouwkaart?' Hè? Waar ik een idyllisch sneeuwtafereeltje zag hij in het plaatje een besneeuwd kerkhof (door het kruisje op de poort dat ik gemist had). Touché. We proestten het samen uit.