Konden ouderen vóór de baxterrolperiode elkaar overbieden met het aantal tabletjes in een pillendoos: ‘Hoeveel heb jij er per dag? 5? Ik 7!’ Nu wordt er gepocht over de leeftijd. Tijdens het dameskransje met muzikale intermezzo’s proberen we elkaars leeftijd te raden. Buuf verklapt trots: ‘Ik ben 95!’ Ze geeft zichzelf er een half decennium bij cadeau. Grietje weet even niet hoe oud ze is. Mutti: ‘Hah, ik ben er 98! Ik win.’ We zetten ‘Lang zal ze leven’ in. Van hosanna hoogbejaard buitelt Mutti zomaar naar ‘die Jugendzeit’ die nooit meer komt. De regels zingt ze koket en kittig vooruit, zodat we vatten dat ze de tekst noch immer van buiten kent: ‘Man musste noch einmal 20 sein.'