woensdag 14 maart 2018

KOEKIEMONSTER


Hoog aan de hemel zorgt een prematuur voorjaarszonnetje voor 18 graden op het terras. W. wandelt met de tuinman door het Q-park. Pop de Hond kauwt onder de tafel aan mijn voeten op een kluifje. Mevrouw S. nog achter glas in de passage wil naar het schattige hondje dat, eer zij buiten is gerold, toch de baas achterna is gegaan. Ik gebaar dat het heerlijk toeven is buiten. De dochter wikkelt haar aarzelende moeder in twee fleece plaids en rolt de rolstoel achterstevoren de ramp af. Ze sluiten gezellig bij ons aan. Mevrouw S. is een tevreden Stille Willie van 96. Als haar dochter had beweerd dat haar moeder 75 was, had ik het ook geloofd. De statige dame heeft een rijzig figuur, glad gebronsd gelaat en een volle mooi gekapte coupe. 

De dochter steekt van wal. Haar moeder is kerngezond op een paar steunzolen, een fok en een hoortoestel na. Om ons verstaanbaar te maken, is eerst aantikken en dan rechtstreeks in het gehoorapparaat spreken nodig. De dochter schept dubbel suiker in de mok cappuccino bestemd voor haar moeder. Die drinkt 'm in een teug leeg. 'Ze is een zoetekauw,' lacht haar dochter, 'het is zelfs zo erg dat ze een keertje 's nachts uit bed de tot de nok gevulde koekjestrommel plunderde.' 'Ze kan het hebben', antwoord ik. Het gesprek gaat even over lijnen, en genieten van vette snacks voor de lekkere trek die je jezelf af en toe moet gunnen. Maar hoe blijft haar moeder die of ligt of zit dan zo slank?

'Mijn moeder heeft de verschrikkingen van de oorlog aan den lijve ondervonden, veel in haar leven meegemaakt en altijd hard gewerkt. Ze hadden thuis een gemengd boerenbedrijf: asperges, kippen en wat vee.' Dat vult elkaar mooi aan. Mmm, met asperge, een gevuld eitje en een hammetje of filetje voor de vleesliefhebbers erbij heb je een compleet aspergemenu. 'Zo leren we meteen het recept hoe je stokoud wordt: karig en mager voedsel', grinnik ik. 'Mijn moeder moet in haar leven miljoenen eieren verkocht hebben, maar ze heeft er nooit een gegeten, dus daar kan het niet aan liggen', verklaart de dochter. 'Dan moet ze goede genen hebben. Da's de mooiste erfenis die ze jou kan nalaten', stoot ik haar veelzeggend aan. De dochter terugkerend naar de eieren: 'We zijn er onlangs pas per toeval achtergekomen dat de dorpelingen haar vroeger "de eiervrouw" noemden.'
Voorheen refereerde ik aan de snoepkont als koekiemonster, maar met deze nieuwe feiten doop ik haar moeder ogenblikkelijk om in: eiervrouw. Een titel die ze dubbel en dwars verdiend!