maandag 30 januari 2017

JARIG


Na een kleine week van 'de hoeveelste is het vandaag', 'wat staat er te gebeuren', 'krijg ik een fuif' en 'zondag is er niets' (nee, pappi da's een rustdag tussen twee drukke dagen in, anders wordt het te gek. Carnaval is drie aaneengesloten dagen), en 'nog een nachtje slapen', is het ein-de-lijk Q's verjaardag. Een versierde gang en kamerdeur, verjaardagskaarten en de overbuurvrouw die de verzorgster net voor is om hem als eerste te feliciteren.


Rond half drie druppelen de bewoners de tot feestzaal omgetoverde recreatieruimte in. De tafels staan gebroederlijk zij aan zij, net als in Zum Blauen Bock. Helaas is dat te dicht opeen voor de drie onruststooksters die menige gezellige middag verpesten. Nadat zij een waarschuwing hebben gekregen en uit elkaar zijn gezet, en iedereen aan de vlaai zit (als katjes muizen, dan mauwen ze niet) kan het feest beginnen. W. draait plaatjes op de Ipad: van schlager tot soul. Op enkele party poopers na, geniet iedereen van de meezingers: schauckeln, klappen in de handen en de mannen roffelen met hun vingers als drumstokjes op tafel. Bij Q. zit de stemming er ook goed in. Hij geniet als stralend middelpunt en joelt uit volle borst 'Even aan mijn moehoeder vragen' mee. Om vijf uur stopt de muziek. De zaal wordt weer geherverbouwd tot dinerzaal.