Pappi vraagt hoe oud hij wordt. '89', verklap ik. Hij: 'Toch? Ik
heb iets van 28 in mijn hoofd.' Ik: 'Dat klopt, jouw bouwjaar is 1928, een
uitstekend jaar.' Pappi vraagt in welk jaar we leven en maakt een
rekensommetje: 100 - 28 = 72 + 17 = 89. Een (reken)wonder.
'Gebeurt er iets met mijn verjaardag?', fluistert Q. voor zich uit
starend. Ik balanceer tussen hem verrassen, of vertellen dat er een bescheiden
feestje wordt georganiseerd - de geriater raadt aan om er geen al te
grote drukte van te maken, omdat het een black-out kan triggeren, ondanks dat
het een blijde gebeurtenis is. Ik verzeker haar dat we gasten spreiden: zo
heeft hij meerdere keren visite, bij veel genodigden tegelijk zal hij sowieso niets meekrijgen. En het is immers zijn partijtje.