Bezigheidstherapie sleept pappi de winter door. Ik teken hem in voor gym en hersengymnastiek. Om de drempel te verlagen, ga ik de eerste keer met hem mee naar 'vragen staat vrij'. De kaarten liggen op tafel. Vijf stapeltjes in de kleuren geel (spreekwoorden en gezegden), groen (natuur), rood (algemene en moeilijkere vragen), blauw (een refrein van een liedje zingen) en oranje. Valt de bijbehorende dobbelsteen op wit, dan mag je zelf de kleur kiezen; wat lastig wordt gevonden.
Aan tafel zitten drie mannen en vijf vrouwen waarvan een van de twee lastige portretten, de andere becommentarieert vanaf de zijlijn. Bij aanvang zet de licht ontvlambare mevrouw van D. het op krokodillentranen. Ze heeft zojuist de vertederende Frau B. voor wie ik een zwak heb, uitgescholden voor heks met haatvolle ogen. De veelal dementerende deelnemers schuiven ongemakkelijk op hun stoel. Een verpleegster neemt de spelbreker mee voor een time-out. Ik houd haar plaats tijdelijk bezet en doe voor spek en bonen en de gezelligheid mee. Het is een spel zonder winnaars en verliezers. Er wordt een bonussysteem ingesteld waar niemand zich aan houdt. Wie de vertolker van het liedje bij naam noemt, krijgt een compliment. Voorzeggen is verboden, foetelaars krijgen puntenaftrek. We beginnen.
Mevr. S. gooit de dobbelsteen expres onder de tafel, omdat ze dan voor blauw (zingen) kan kiezen. Meneer Sjang verstaat bij koopverslaving coke verslaving, bij een cruise maken, denkt hij aan cruisen (het zoeken van vluchtige contacten in de buitenlucht) en slaakt de kreet: 'No honey, no money', bij het synoniem voor tablet vult hij Ipad in. Hij is een van de weinige geüpdate personen in het Zorghuis. Pappi mikt de dobbelsteen op de kleurstapel van zijn keuze (groen) wat hem telkens lukt. De bezigheidstherapeuten doen het zonder megafoon, dus vragen worden continu en op hoog volume herhaald. Hilariteit alom vanwege misvattingen, verwarringen, te laat reageren, en de meest vreemde antwoorden die de deelnemers met de vraag associëren. Mevrouw M. weet geen keukengerei op te noemen: 'Daar hadden we vroeger personeel voor.' Mevrouw van D., weer terug op haar plek, krijgt de vraag 'Wat voor aas doe je aan een vishengel?' Pappi fluistert 'pierling'. Zij roept: 'Een vierling!' We liggen in een deuk. Als ze merkt dat ze de lach aan haar kont heeft hangen, is ze ineens goedgemutst. Bij de vraag wat een goochelaar uit zijn hoge hoed tovert, blijft de vrouw wiens zoon konijnenfokker is het antwoord schuldig. Allemaal houden ze twee vingers in het peace-teken boven hun hoofd en wippen de neus op en neer. Haar blik is goud waard als ze het antwoord van de vorige vraag herhaalt: een schimmel. We gieren het uit. Zo gaat het maar door - er is voldoende materiaal voor een complete cabaretvoorstelling. Voor we het weten is de middag voorbij. Tot slot mag Frau B. een refreintje van haar lievelingsliedje doen. Het is vlak voor de carnaval en ze zingt met aandoenlijk ijle stem de COM-PLE-TE Duitse versie van 'Stille Nacht, Heilige Nacht'. De hele bubs zet in.