zaterdag 3 februari 2018

WATERHOOFD


Pappi  zit op de praatstoel. Zielsverwant G. biedt een luisterend oor. Het eerste voorbarige lentezonnetje is achter de horizon verdwenen en Q. kletst een eind weg. Formulering en uitspraak laten te wensen over geeft hij aan. 'En dat vind ik geeneens het ergste, lieve schat, maar dat ik ALLES vergeet, vind ik verschrikkelijk.' G. lost het op: Ome Cor. Je bent nu 90. Als je alles had moeten onthouden, had je nu een waterhoofd.' Q. vat het ernstig op en voelt aan zijn 'punthoofd'. Schrikt. Zet de adjudantenmuts af (grinnik) en strijkt ingenomen met zichzelf over zijn normaal gevormde bol: 'Oef, dat heb ik niet.' Een gemodelleerde kuif van witte geitenharen blijft in het middenpad olijk overeind.