de eendere residentie ligt op een steenworp afstand
'Daar woon ik', wijst pappi vanuit zijn kamer naar het tuinhuis. 'En het frappante is dat werkelijk alles tot in detail is nagemaakt. Zelfs de draak en de zusters van hier komen naar daar.' Pappi is een beetje van de wap. 'Dat is de schuur', help ik hem uit de droom: 'Je hebt nog maar een thuis en dat is waar je nu bent.' Pappi heeft zo zijn bedenkingen (ook als we het gaan bezichtigen): 'Dat gaat er bij mij niet in. Echt niet!' Ik: 'Voelt het voor jou fijner om nog een slaapplaats achter de hand te hebben?' Pappi's ogen lichten op: 'Mag dat? Ik meen regelmatig dat ik hier niet mag blijven, zeker als ik niet lief ben', licht pappi toe. 'Ach papsepaps toch, je mag hier altijd blijven en je bent toch nooit stout?' Hij tuit zijn mond en houdt zijn hoofd lichtjes scheef. 'Weet je wat? Laten we het tweede huis inderdaad als buitenverblijf aanhouden. Dan kan ik daar straks op stand gaan wonen.' Neemt ze mij nou in de maling, zie ik hem kijken. 'Het is dat de VUT is afgeschaft, anders schoot het al aardig op', geef ik grif toe hopend op een galanterie. Pappi vraagt naar HET getal. 'Oei.' is niet waar ik op gehoopt had.