woensdag 12 juni 2019

TUSSEN DE BUIEN DOOR


Tussen de buien door schijnt er een zalig zonnetje. Pappi toomt de hibiscus in. De zusters en Tante Leen zien ons buiten bezig. Ik leg kussens in de stoelen en zwaai uitnodigend. De zusters maken een praatje met paps. Tante Leen schuift graag aan: ‘Zet je dan Stimmungsmusik op?’ Mevrouw H. komt erbij en ziet me met de onkruidborstel bezig: 'Vroeger haalden wij het onkruid met een schroevendraaier tussen de stoeptegels uit.' Ze vindt het weer te onbestendig.  Ze gaat zogenaamd naar het toilet en keert niet buiten terug. Op weg naar de zaal wuift ze in het voorbijgaan doei. Zeg maar Annie walst, tapdanst, doet kiele wiele muisje en jodelt in de deuropening mee met die Wildecker Herzbuben. Afwisselend zon en wolken. Als de zon te lang wegblijft, poetst Tante Leen opgewekt neuriĆ«nd haar bril schoon: ‘Misschien zitten die wolken wel op mijn bril in plaats van in de lucht?’ Niet veel later wordt de lucht donker en vallen de eerste druppels als voorbode van een stevige regendouche. We pakken ons boeltje op en gaan naar binnen. Tante Leen: ‘We hebben plezier gehad en we zijn gelucht.’ Pappi wil naar de zaal, wat hij anders nooit wil: 'Ik heb berehonger.' Zuster M.: 'Dat wordt pastachoca, beregoed!' We keuvelen met Roosje en haar bezoek en in no time is het etenstijd.