Dag van het werkplezier in
de zorg
Haar dienst zit erop.
Voordat ze huiswaarts keert, wipt de verpleegkundige aan bij pappi. Ze merkt
hoe zeer hij in de war is. De vaste kamervragen komen voorbij: 'Ben ik in mijn
eerste of in mijn tweede huis, zijn deze meubels [hij noemt ze stuk voor
stuk op] van mij?’ Enzovoorts. De ouderdom slaat telkens onaangekondigd en
genadeloos toe. De verpleegkundige doet spontaan haar winterjas uit en haalt
een kopje thee voor hen beiden. Ze legt de dobbelstenen en het blaadje voor de
puntentelling neer: 'We doen een spelletje Yahtzee. Daar houdt u zo van.’ Pappi
vindt het magnifiek. De aandacht van ‘bezoek’ en omdat hij spelletjes ALTIJD
wint; je hoeft geeneens te foetelen. Hij gooit met gemak een ‘omni’ (5
dezelfde) of 'een grote straat' als dat de twee laatste vakjes zijn die nog
moeten worden ingevuld. En hoofdrekenen dat hij dan kan! Ergerlijk, maar dat
laat je niet merken, want Pappi lacht zich een kriek. Het daarmee
gepaard gaande geluksstofje bewerkstelligt het beoogde effect in zijn
hersenen. Pappi is weer bij de positivo’s, zoals hij dat noemt. De verpleegkundige
verliest met slechts 6 punten, wat best een goede score is. Maar dat komt
volgens de euforische winnaar, omdat hij de dobbelstenen in de beker voor haar
heeft voorgesorteerd!
NB Het is niet mijn bedoeling om te promoten dat medewerkers in de zorg zich verplicht voelen om ook voor of na werktijd te vrijwillig te zorgen. Het is puur de spontaniteit die ik zo hartverwarmend vind.