Rietje haalt het kartonnen fotoalbum uit de grote houten wandkast tevoorschijn. Ze heeft niet altijd zin om erin te bladeren, maar nu zijn de door inkepingen vastgehouden vale foto's goed voor vroegerverhalen. In gebogen zithouding wijst ze een tienerportret van zichzelf aan. Voordat ik haar kan complimenteren, zegt zij: 'Wat was ik toch een triest pietje.' Moi: 'Typisch, ik vind het juist een bijzondere foto van een dromerige kijkend mooi meisje dat een prachtige toekomst voor zich weet. Net als de Mona Lisa. Die uitdrukking heeft u nog steeds en natuurlijk die sprekende sprankelende hazelnootogen.' Ik pep haar op met wat ze allemaal in haar (werkzame) leven heeft volbracht.
Rietje: 'Jij bent altijd zo positief en vrolijk. Ik ben altijd saai geweest. Nooit vrolijk. Nu voel ik me ook saai.' Moi: 'Het is mijn missie om u blij te maken. Dat kan niet in een keer, maar elke keer dat u spontaan lacht, stapel ik erbij op. Rietje geheel in HEMA-stijl: 'Krijg ik dan ook stapelkorting?' Alle beetjes helpen: lach nummer 1 staat genoteerd. Het fotoalbum leggen we aan de kant. Tijd voor het hiernumaals. We bladeren door een modemagazine met uitbundige foto's van blije vijftigplussers en stellen ons voor dat wij (ietsje ouder) dat zijn. Vrolijkheid op verzoek; ik had niet verwacht dat ze er zo in mee zou gaan, maar ze is voor bijna alles in. Rietje rechtop en stralend: 'Je stapelt goed.' Missie gelukt!
Een Saar snapt wat nodig is!