We wandelen
in de vroege middag onder perenbomenpracht. Zij achter de rollator, ik rechts
naast haar. Ik krab aan een korstje op een knokkel van mijn linkerhand. Zij in
een reflex: 'Niet doen, dadelijk gaat het bloeden. Zitten al je kleren onder.'
Het verbaast me dat ik gedwee reageer met: 'Ja mam.' Zij draait aandachtig naar
me toe. Hartelijk: 'We zijn eigenlijk bijna-buurmeisjes, maar het voelt als een
moeder-dochter moment.' Ik voel precies hetzelfde. Wanneer we naar het
vijf-uur-journaal op de radio luisteren, kriebelt zij aan haar elleboog. Moi
quasi terechtwijzend: 'Niet krabben. Mag ik ook niet.' Zij amicaal: 'Ja
mam.'
Een Saar snapt wat nodig is!