De aan de rolstoel gekluisterde Bardotje wenkt me: 'Zeg, jij krijgt hier iedereen aan het lopen. Ik zou ook graag weer lopen. Dan kan ik zelf naar de weduwe.' Ze tilt haar rok omhoog en toont haar knieën waar wollen beschermers omheen zitten: 'Zie je die dikke knobbels aan mijn knieën? Als jij me helpt om die weg te trainen, kan ik dan weer lopen?' Moi: 'Ik denk dat u mij verwart met de fysiotherapeut. Ik ben de gymjuf. Maar misschien heb ik een oplossing. Zal ik er met de kaasschaaf langsgaan?' Bardotje geschrokken: 'Nee! Dat doet pijn!' Moi inbindend: 'Ik dacht leuk te zijn. Dat gaan we echt niet doen hoor! We gaan zo dadelijk gymnastieken en u doet mee.' Dat vindt ze leuk.
We doen spierversterkende handen- en armenoefeningen. Voordat ze commentaar gaat leveren, leg ik uit: 'Eerst de spiermassa van uw handen en armen opbouwen, zodat ze sterk genoeg zijn om de rollator te besturen.' Ze knikt instemmend. Vol goede moed doet ze alles mee. Geregeld loop ik van de een naar de andere dove of slechtziende gymnast om de oefening voor te doen. Wanneer ik Bardotjes buurvrouw instrueer zegt ze: 'Mooie benen heb je. Mag ik die lenen?'
Bardotje wil voelen of ze echt zo glad en zonder spataderen zijn. Dat mag. Zij: 'En je hebt ook zo'n smalle enkels. Echt mooie benen.' Waarop Mutti rap opdreunt: 'Schöne Beine hat
die Kleine aber Brüste hat Sie keine.' 'Dat bedoel ik neet veur dich huur.' Dat zeie ze vruuger zoe'.