zondag 8 maart 2020

HEITJE VOOR KARWEITJE


Siësta in de huiskamer. Wie geen visite heeft, dommelt. Tante Leen helpt me bij het op smaak sorteren van de meegebrachte theezakjes. G.: waren het maar flappen. De Eeuwelinge - bij uitzondering zonder bezoek - veert vrolijk op en stevent met haar rollator op me af. Oogcontact houdend friemelt ze frisky aan mijn heup en maakt ze de beginbeweging van de macarena. Het is duidelijk dat ze donderdag jongstleden tijdens de gym genoten heeft. Net als Roosje die haar bezoek zowat de deur uitwerkt omdat ze de 'radio' en de box ziet. De Eeuwelinge schuift aan tafel. Gelukkig heb ik knutselspullen bij me, want de koorrepetitie van vanmiddag kan geen doorgang vinden, omdat de bladmuziek op miraculeuze wijze is verdwenen. Wel draai ik nummers op verzoek en geven we gehoor aan het appel van Roosje om er een muziekkwis (wie is de zanger, zing het refrein, wat is de titel) van te maken zoals van de week met Artistiekelieke.

De middag in de huiskamer is het kleine café aan de haven. Kletskoeken, knip- en plakwerk ('Fijn dat jullie me uit de brand helpen.'), muziek voor iedereen en  tussendoor bossa nova-en en de macarena oefenen. 'Gezellig ônger ôs' vindt ook het Maggimaedje. Buuf buurt tijdens de loopoefeningen, vanwege pijn aan haar valheup wil ze terug naar haar kamer. KanariePiet tapt met zijn voeten het ritme en slaat de maat door met een bijzettafeltje op de vloer te bonken. Hohoho. De Frêle Freule gaat met walsende handen en gesloten ogen op in de muziek. Floris beweegt scharend zijn voeten die op het voetenbankje rusten. Mijnheer Demijne zingt onder het klaverjassen (?) hardop de refreintjes mee: in vet Jordanees Oh Johnnie tot  schmierend Huil maar niet kleine Eva van de Flippers. 

Bij het zien van scharen, theezakjes, rietjes en plakstiften klinkt er veelvuldig (het Maggimaedje negen keer): 'Wat gaan we doen?' en Wat wordt het?' Met Pasen in het verschiet wordt iedereen getriggerd door de herhaaldelijke uitleg over het reuzenei. De tafel vult zich in wisselende samenstelling met sorteerders (Tante Leen en haar dochter), knipsters (G., ons Door, Roosje, het Maggimaedje, Merie) en plakkers voor de gezelligheid. Grietje, de Eeuwelinge (meedeinend en neuriënd op de muziek) en Cornelia Hopsasa  blijven plakken in de zin van: zitten waar je zit, zonder de handen uit de mouwen steken. Pappi in zijn stofjas, zit in de wacht aan de tafel tegenover ons en drinkt gezellig een mok thee met zijn nieuwe vriendin zuster W.  Als er een stoel vrijkomt, komt hij bij ons om een pijpenstrootje te 'roken'.

De aan een pennywafel knabbelende dames knippen als vlijtige Verkademeisjes een wit randje van de honderden theeteutjes. 'Waar is het voor?' vraagt het Maggimaedje weer. Deze tiende keer levert een zucht van Roosje op. Terwijl ik geduldig demonstreer wat de bedoeling is: 'Een eitje voor een karweitje.' Gegiechel. Griechischer Wein zingt Udo en Roosje roept: 'Laat maar komen die wijn, heb ik liever dan een chocolade paaseitje. G. wil een Belgisch biertje. We houden het bij thee of limo. Het rollen van de pijpenstrootjes wordt mijn taak, omdat de bewoners dat na verschillende pogingen niet voor elkaar krijgen. De tafeldames verzetten bergen werk. Een overvolle tafel met theezakjes gereed om te rollen en een mandje met een 'magere' oogst pijpenstrootjes. 'Het grootste ei van Venlo en omstreken waarmee we  in het Guinness Book of Records willen komen, wordt waarschijnlijk toch een medium size', bind ik lachend in. Het werkt op de lachspieren. Op accordeonklanken wordt Merie hollekidee en we doen met haar mee: 'Caramba de samba Ole!' 'Oef', doet Roosje ons binnenpretje. We gieren het uit. Welk nummer de aanleiding geeft geen idee, maar Merie omarmt de pilaar naast de tafel en zwiert als een (zo noemt ze het zelf) lichtepaol. Het moet niet gekker worden.