De olijfkleurige gordijnen van peau de pêche zijn toe, maar we horen de hagel tegen de ruiten striemen. Wanneer ik mijn overjas pak, nodigt Conny me uit: 'Je mag best blijven slapen, maar dit is mijn bed.' Moi: 'Dat begrijp ik. Het bed is alleen voor jezelf. Conny: 'Dat vind ik ook. Niemand mag in mijn bed. Waar slaap jij dan?' Ze vindt het altijd vervelend wanneer ik haar laat in de avond verlaat, gemakshalve geef ik als antwoord: 'Ik slaap in het logeerkamertje.' Zij: 'Ach, ja daar heb ik helemaal niet aan gedacht. Mijn dochter woont nu op zichzelf. Welterusten.' Moi, haar een kushandje bij de deur toewerpend: 'Truste lieverd.'
Een Saar snapt wat nodig is!