De vitrage filtert het zonlicht. In de gezamenlijke huiskamer zijn de schapen van de bokken gescheiden. Aan de vierkante tafel enkel mannelijke ouden van dagen: de brompot, de goeierd, sombermans, de onverstoorbare en de verdwaalde. Niemand is er spraakzaam. Men concentreert zich op de plastic bekers koffie voor hun neus. De verdwaalde, net uit bed, snurkt gewoon verder in zijn stoel. Als we meneer tot twaalven laten slapen, zal hij geen appetijt hebben. Anderzijds is bij de in de ochtend humeurige bewoner het verbasterde spreekwoord 'geen slapende honden én bejaarden wakker maken' van toepassing. Wanneer ik het spreekwoord hardop deel, komt sombermans niet meer bij van het lachen: 'Dat is een goeie.' Brompot hoort honden en roept: 'Af en zwijg!' Koffie vloeit over de tafel. Ik ben meestal voorbereid op dat soort ongelukjes. Het wonderdoekje slurpt gretig de koffie op. De verdwaalde ontwaakt van het tumult. Niks aan de hand. Ik spreid mijn vingers over zijn ijskoude handen en schenk 'm verder even geen aandacht, zodat hij rustig de situatie in ogenschouw kan nemen.
Brompot raakt niet uitverteld over zijn bloedhonden en hoe perfect ze door hem waren afgericht. De onverstoorbare doet een duit in het zakje over bommen in de oorlog: 'Bam bam!' Waarop Sombermans de tafel wil verlaten. Tijd om te veranderen van onderwerp. Ik schuif de vitrage naar links en rechts: 'Kijk eens hoe de krokussen naar de zon reiken. Bijna lente.' We schuiven de stoelen zo dat er genoten kan worden van zonnewarmte op de rug. De verdwaalde heeft het koud. Met intussen een plaid over zijn schouders rilt hij: 'Ik zou wel weer naar Spanje willen.' Moi: 'Dan gaan we allemaal mee.' De anderen knikken instemmend. Hij naar de strakblauwe lucht wijzend: 'Ik overwinter al jaren in Benidorm. Daar is het toch!' Moi: 'Was het maar waar. Spanje ligt ietsje verder. Wanneer we nu te voet vertrekken, is de Spaanse zon eerder hier dan wij daar.' Ik zing: 'Oh, wat is het leven fijn als de zon schijnt ...' Hij: 'Ik wil NU naar de zon.' Hij vertaalt onze mijmeringen: we verlangen allemaal naar licht, warmte en fris en jong groen.